Zwevende kiezers, blancostemmers en thuisblijvers: Stem wel en verander het spel
Het was ons, het halfjaartje, weer wel. Woensdagmorgen openen de stembussen en is het eindresultaat aan de goden kiezers. Dan is het klaar met GeenPeil-propaganda op GS, en gaan we de Kamer in.
Eerst even dit, om er vanaf te zijn. Wat er ook gebeurt, over één ding ben ik stellig: GeenPeil heeft een integere campagne gevoerd. Geen leugens, geen vuile trucs, geen opportunistische overdrijvingen. Wel een onderbouwd, goed uitgewerkt verhaal met een eerlijk antwoord op alle kritische vragen. Ook als dat antwoord luidt dat ons plan details kent waarvan we nu nog niet kunnen zien hoe ze in de praktijk uitpakken. Dat hoort bij een experiment: sommige bruggen kun je pas oversteken als je aan de voet staat. Tegelijkertijd is het fantastisch dat uitgerekend een weblog als GeenStijl de ruimte, vrijheid en support biedt om zon experiment te lanceren. Ook als de kans bestaat dat het mislukt. Dat is zeldzaam - en een zegen.
GeenPeil kon daarom na het door GS en haar achterban afgedwongen referendum fuck it, we gaan het doen zeggen en een a-politieke partij beginnen, nadat duidelijk werd dat de uitslag door Rutte en Pechtold werd genegeerd. Een besluit dat letterlijk in een uurtje genomen is. Vanaf daar ging alles ad hoc & on the fly. Een piepklein team van enkele tientallen bevlogen mensen rond een harde kern van een man of tien werd tijdens de campagne in het land bijgestaan door vele honderden betrokken en actieve vrijwilligers. Het was, nog los van de te overwinnen bureaucratie die komt kijken bij deelname aan de verkiezingen, een constante zoektocht naar balans tussen enerzijds verdiepende toelichting op een vernieuwend plan voor directe democratie, en anderzijds de vereiste ongepolijste elementen en retoriek om in een verkiezingscampagne de aandacht te trekken.
En dan ga je die campagne voeren. Je moet een boodschap uitdragen, maar het moet transparant en eerlijk zijn. Geen schreeuwerige hyperbolen, maar een technisch verhaal over digitale vernieuwing van de democratie. Geen loze beloftes, want er is geen programmaboekje vol standpunten die je wilt verkopen. Geen ja maar hullie over andere partijen, want we willen een nieuw plan voor het politieke systeem en niet alleen maar standpuntjes terugroepen naar de oude partijen.
Er is een groot verschil tussen campagne voeren voor zetels, en een neutraal stemsysteem in de Tweede Kamer implementeren. Beide zaken bijten elkaar wel eens, ook intern: de grote hoofden met de intellectuele rekenkracht achter het plan klikken niet altijd even goed met de retorisch begaafden die de (media-) campagne vorm gaven en daarbij soms te plat, en dan weer te diep te werk gingen. Zo ga je heen en weer tussen Pechtold is een lul roepen op je eigen radiozender (is-ie ook, daar niet van) naar het maken van misschien wel iets te lange talkshows (1, 2, 3), omdat je ook mensen wilt bedienen die op zoek zijn naar een gesprek over inhoud - en wij meenden dat we dat konden leveren.
Woensdagavond 15 maart om 21:00 uur, als de stembussen sluiten, weten we of het plan en de campagne de juiste balans gevonden hebben. Of we voldoende bereik, interesse en nieuwsgierigheid naar de werking van ons experiment gekweekt hebben om zetels te halen. Dat we bijna 4000 betalende leden hebben in ruim drie maanden geeft ons daar een optimistisch gevoel over. Ongeacht de uitslag gaat GeenPeil sowieso door: volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen en de democratie, die vernieuwt zichzelluf nie. Maar eerst: zetels winnen op 15 maart.
Zwevers, daal neer en niet-stemmers, sta op!
Voor die zetels moeten we de doelgroepen bereikt hebben waarvoor dit plan is ontworpen: zwevende kiezers, die zich niet meer in 1 vast partijprogramma herkennen. Blanco-stemmers, die hun democratische plicht willen vervullen maar niemand (meer) met hun stem vertrouwen. En de niet-stemmende thuisblijvers, die zelfs de kracht niet meer kunnen opbrengen om hun desillusie over cynische polertiek & dito politici in democratisch plichtsbesef om te zetten. Ik ken die zwevers en twijfelaars wel een beetje, denk ik. Ik ben er zelf namelijk ook eentje.
De oude politiek van MinPres Mark wint deze slag. Maar gloednieuw GeenPeil wint straks de oorlog
Sorry voor de haters. Maar GeenPeil is geboren uit GeenStijl en daar zijn we trots op. En GeenPeil heeft op deze avond een verhaal, voor bij de stookhouten kachel. Want vanavond negeerde Rutte de Nederlandse meerderheid die nee stemde tegen het EU associatieverdrag met Oekraïne. Bijna een jaar later dan gepland en dan de overige lidstaten. Hij werd opgehouden door het vervelende democratische verschijnsel burgerinspraak. Maar de premier heeft zich er manmoedig doorheen gelogen en vanavond mag hij dan eindelijk namens Nederland de krabbel voor Kiev zetten. Hoera Europese Unie, en jammer joh, Nederlandse democratie. Geofferd op het altaar van Brussel, uit naam van het landsbelang, aan een intens corrupt oorlogsland waar we nauwelijks handel mee drijven. Of de Senaat het nieuwe verdrag straks wel of niet goedkeurt, doet er voor dit verhaal niet meer toe. De intenties van de premier zijn duidelijk: Brussel, en zelfs Kiev, gaan vóór de Nederlandse kiezer, die daarmee geen meerderheid over de machthebbers meer heeft in de Nederlandse democratie. Het is de uitkomst die we wisten dat zou komen - maar waarvan we hoopten dat hij toch afgewend kon worden.
Toen GeenPeil anderhalf jaar geleden aan de handtekeningenjacht voor het referendum begon, was dat niet omdat we zon hekel aan Oekraïne hebben. Ook niet omdat GeenPeil bezwaar heeft tegen vrijhandel. En al helemaal niet omdat we Vladimir Poetin graag de helpende hand wilden reiken. GeenPeil heeft vanaf het begin gezegd dat het associatieverdrag met Oekraïne slechts een kapstok was om een discussie over een veel groter probleem aan op te hangen: het democratische tekort van de Europese Unie. GeenPeil wilde een referendum afdwingen om een signaal af te geven dat de (Nederlandse) kiezer meer inspraak verdient in het democratisch proces, teneinde de immer groeiende kloof tussen burger en bestuur een beetje te dichten. We hebben geleerd dat één referendum daarvoor niet genoeg is. Dat heeft vooral de tegenkrachten doen ontwaken en op scherp gezet.
Niet alleen is de discussie over de democratie zelf nauwelijks gevoerd, de praktijk wees uit dat er veel mensen zijn die helemaal niet wíllen dat de kloof tussen burger en bestuur kleiner wordt. Die mensen zijn bijna zonder uitzondering onderdeel van de gevestigde politieke orde, werkzaam in de oude media (voornamelijk NPO en kranten), en afkomstig uit elitaire kringen van cultuur en wetenschap. Dat mag klinken alsof we een complot beschrijven, en natuurlijk is het een generalisatie. We zijn ook een heleboel gewetensvolle, objectieve journalisten tegengekomen en ook uit Bekend en/of Belezen Nederland kwam heus wel steun en opbouwende kritiek. Mensen hoeven GeenPeil heus niet te omarmen, laat staan te bewieroken, maar in het afgelopen jaar werd een serieus en constructief initiatief te vaak, te makkelijk weggelachen of geridiculiseerd door mensen die niet de moeite namen zich er überhaupt serieus in te verdiepen. GeenStijl is fout, dus GeenPeil is fout. Zoiets. Dat is door de bank genomen de negatieve perceptie die we gevoeld en gemeten hebben in de anderhalf jaar tussen het moment dat we besloten om een referendum na te jagen en de huidige stand van ratificatie van het weggestemde associatieverdrag.
Hee Jesse. Dat is niet mijn Westrand, vriend
Roosendaal, een doorsnee provinciestadje in West-Brabant. Er is niet zo veel mooi aan, er is niet zo veel lelijk aan. Er is niet zo veel mis mee, en er is niet zoveel goed aan. Als je er vandaan komt, moet je altijd uitleggen dat het tussen Bergen op Zoom en Breda ligt, want dat kennen mensen wél. De stad zelf is ook niet zo heel aantrekkelijk. De ligging des te meer, vooral voor handel en bedrijvigheid. Voor het economisme, zou Jesse Klaver zeggen, maar dat woord betekent eigenlijk helemaal niks.
Roosendaal is de laatste halte voor de Belgische grens - Antwerpen in een half uur, tenzij je de krakende boemel pakt via Essen, Kalmthout en Luchtbal - en ook de rijksweg A16 naar de havens van Rotterdam en Antwerpen ligt vlakbij. Nog steeds huizen veel logistieke bedrijven op één van de Roosendaalse industrieterreinen met van die typische snelwegbordnamen als Borchwerf, Borchwerf II en Majoppeveld. Philips had er tot voor kort een grote fabriek, waar ze TL-buizen maakten. De hele wijk ernaast, de Kalsdonk, heet in de volksmond nog steeds 'Philipswijk', ook al is de oude arbeiderswijk met zn piepkleine huisjes en roodbruine klinkerstraten grotendeels gesloopt en door 21e eeuwse nieuwbouw vervangen. Sociale huur, maar ook koopwoningen voor de provinciale portemonnee. Geen idee wat de Brabantse term voor 'gentrificatie' is, maar dat is wat het is. In de Spoorstraat staan nog wat oude Philipshuisjes. Snoepmaker Red Band zit ook daar, in een mooie fabriekerige fabriek. In die hoek vind je ook Peeters Produkten, beter bekend als producent van Duo Penotti. Transportreus Jan de Rijk heeft z'n hoofdkantoor in Roosendaal - werkgelegenheid genoeg dus, in de economistische sectoren.
Aan de andere kant van het spoor, bij de haven, is de Suikerunie helaas weer weg, maar de Koninklijke Van Gilse Kandijfabriek - van de schenkstroop - zit er nog wel. Al bijna 135 jaar, in de Westrand - het deel van de stad waar GroenLinks-lijsttrekker Klaver opgroeide en dat onlangs door hem tot probleemwijk is bestempeld tijdens een teleprompterspeech in een hippe hoofdstedelijke danssalon. Ondergetekende komt ook uit Roosendaal, ook uit de Westrand - maar ik herken me absoluut niet in het door Klaver geschetste beeld van de wijk.
"In de Westrand zie je de gevolgen van globalisering en toenemende ongelijkheid. Bewoners hebben niet geprofiteerd van economische globalisering maar hebben wel de wereld in hun wijk gekregen. Ze zijn het economisme beu. En politici zeggen dat we verdeeld zijn maar ik geloof er geen zak van. Diep van binnen zijn we allemaal empathisch", zei Jesse in zijn Westrandspeech. Als een beetje onkruid tussen de tegels en wat vuil op straat het gevolg is van globalisering, ja, dan zie je het wel. Maar dat bedoelt-ie vast niet. Dat mensen 'niet geprofiteerd hebben', is ook maar een halve waarheid: de wijk heeft deze eeuw steeds meer voormalig Oostblokkers zien komen, en die profiteren met hun EU-werkvergunningen juist wél van de economische globalisering en de daarvoor omhoog gezette grensbomen. Een verrijking die we aan de EU te danken hebben, waar Jesse's GroenLinks overigens groot voorstander van is. Want zijn club is empathisch. Behalve voor de Westrand - die wordt bedolven onder de grote woorden van het linkspopulisme.
Roosendaal is de laatste halte voor de Belgische grens - Antwerpen in een half uur, tenzij je de krakende boemel pakt via Essen, Kalmthout en Luchtbal - en ook de rijksweg A16 naar de havens van Rotterdam en Antwerpen ligt vlakbij. Nog steeds huizen veel logistieke bedrijven op één van de Roosendaalse industrieterreinen met van die typische snelwegbordnamen als Borchwerf, Borchwerf II en Majoppeveld. Philips had er tot voor kort een grote fabriek, waar ze TL-buizen maakten. De hele wijk ernaast, de Kalsdonk, heet in de volksmond nog steeds 'Philipswijk', ook al is de oude arbeiderswijk met zn piepkleine huisjes en roodbruine klinkerstraten grotendeels gesloopt en door 21e eeuwse nieuwbouw vervangen. Sociale huur, maar ook koopwoningen voor de provinciale portemonnee. Geen idee wat de Brabantse term voor 'gentrificatie' is, maar dat is wat het is. In de Spoorstraat staan nog wat oude Philipshuisjes. Snoepmaker Red Band zit ook daar, in een mooie fabriekerige fabriek. In die hoek vind je ook Peeters Produkten, beter bekend als producent van Duo Penotti. Transportreus Jan de Rijk heeft z'n hoofdkantoor in Roosendaal - werkgelegenheid genoeg dus, in de economistische sectoren.
Aan de andere kant van het spoor, bij de haven, is de Suikerunie helaas weer weg, maar de Koninklijke Van Gilse Kandijfabriek - van de schenkstroop - zit er nog wel. Al bijna 135 jaar, in de Westrand - het deel van de stad waar GroenLinks-lijsttrekker Klaver opgroeide en dat onlangs door hem tot probleemwijk is bestempeld tijdens een teleprompterspeech in een hippe hoofdstedelijke danssalon. Ondergetekende komt ook uit Roosendaal, ook uit de Westrand - maar ik herken me absoluut niet in het door Klaver geschetste beeld van de wijk.
"In de Westrand zie je de gevolgen van globalisering en toenemende ongelijkheid. Bewoners hebben niet geprofiteerd van economische globalisering maar hebben wel de wereld in hun wijk gekregen. Ze zijn het economisme beu. En politici zeggen dat we verdeeld zijn maar ik geloof er geen zak van. Diep van binnen zijn we allemaal empathisch", zei Jesse in zijn Westrandspeech. Als een beetje onkruid tussen de tegels en wat vuil op straat het gevolg is van globalisering, ja, dan zie je het wel. Maar dat bedoelt-ie vast niet. Dat mensen 'niet geprofiteerd hebben', is ook maar een halve waarheid: de wijk heeft deze eeuw steeds meer voormalig Oostblokkers zien komen, en die profiteren met hun EU-werkvergunningen juist wél van de economische globalisering en de daarvoor omhoog gezette grensbomen. Een verrijking die we aan de EU te danken hebben, waar Jesse's GroenLinks overigens groot voorstander van is. Want zijn club is empathisch. Behalve voor de Westrand - die wordt bedolven onder de grote woorden van het linkspopulisme.
Kerst. Verlichting.
De ik-vorm is een verderfelijke stijlvorm. Narcisme afgekort tot twee letters om een columnist het epicentrum van de wereld te maken - maar te vaak verzuimen die ikjes om de lezer aan de hand te nemen naar het Narnia dat voorbij het eiland van hun egomane nepotisme ligt. Weinigen, zeer weinigen komen er mee weg.
Theodor Holman lukt het.
In zijn Parool-columns verpakt de nestor onder de naargeestige kinderen van Theo van Gogh zijn angsten in alineas en zijn vrezen in verzen op een manier die niet in alle maar wel in veel gevallen iets veel omvangrijkers laten zien dan alleen de emoties van de auteur zelf. Ze beschrijven het naderende onheil dat ons allemaal overschaduwt. Onrust, onvrede en nog veel meer onbestemde emoties die met on- beginnen en die door velen gevoeld worden, niet in de laatste plaats omdat ze met korter wordende tussenpozen tastbaar worden.
Charlie Hebdo. Steenbergen. Bataclan. Geldermalsen. Wir schaffen das versus Kom in verzet.
En allemaal draaien ze linksom of rechtsom om hetzelfde thema: Islam en de islamitische cultuur in Europa - hét maatschappelijke probleem van de 21e eeuw. Hoe hardnekkig het ook wordt ontkend en genegeerd door pers & politiek: we moeten kennelijk de ideeënstrijd van de jaren 60 en 70 opnieuw voeren, ditmaal tegen een set bijzonder slechte religieuze ideeën die een nog hardnekkiger monopolie op de waarheid plachten te hebben dan de christelijke zedenmoraal van een halve eeuw geleden. En ditmaal is de religie in een giftig huwelijk verbonden met etniciteit, wat de bestrijding, ontmanteling of zelfs maar het bekritiseren van deze religieuze ideeën bijzonder moeilijk (en zelfs levensgevaarlijk) maakt. Een tekeningetje kan je doodsvonnis zijn.
60.000 Fred Teevens
Om één van Holmans recente pennenvruchten, een als vers verpakt pleidooi voor meer Fred Teevens zolang er maar minder islamieten mogen zijn, regende het dreigementen van opzegging richting Parool - niets minder dan kreten om een Berufsverbot - en natuurlijk hagelde de verwijten, verwensingen en valse beschuldigingen neer op de ouwe Holman. Racist, xenofoob, bange oude man, PVVer. Een trieste respons op een columnist die zich kwetsbaar durft op te stellen, juist door met zijn ik-vorm voor zichzelf te spreken in een kwestie waarin hij de (stille) verzuchtingen van velen verwoordt. De eigenzinnige eenling is vogelvrij - en dat weerhoudt andere eenlingen ervan om zich los te maken van de groep. Gelijk de islam, is het Nederlandse gevestigde opinielandschap wars van weerwoord.
Op de drempel van 2016 lijkt de vrijheid van de columnist in Nederland nog slechts zo groot als zijn huid dik is in de bruine moerassen waar de moraalmilities en de meningenpolitie hun patrouilles lopen.
Theodor Holman lukt het.
In zijn Parool-columns verpakt de nestor onder de naargeestige kinderen van Theo van Gogh zijn angsten in alineas en zijn vrezen in verzen op een manier die niet in alle maar wel in veel gevallen iets veel omvangrijkers laten zien dan alleen de emoties van de auteur zelf. Ze beschrijven het naderende onheil dat ons allemaal overschaduwt. Onrust, onvrede en nog veel meer onbestemde emoties die met on- beginnen en die door velen gevoeld worden, niet in de laatste plaats omdat ze met korter wordende tussenpozen tastbaar worden.
Charlie Hebdo. Steenbergen. Bataclan. Geldermalsen. Wir schaffen das versus Kom in verzet.
En allemaal draaien ze linksom of rechtsom om hetzelfde thema: Islam en de islamitische cultuur in Europa - hét maatschappelijke probleem van de 21e eeuw. Hoe hardnekkig het ook wordt ontkend en genegeerd door pers & politiek: we moeten kennelijk de ideeënstrijd van de jaren 60 en 70 opnieuw voeren, ditmaal tegen een set bijzonder slechte religieuze ideeën die een nog hardnekkiger monopolie op de waarheid plachten te hebben dan de christelijke zedenmoraal van een halve eeuw geleden. En ditmaal is de religie in een giftig huwelijk verbonden met etniciteit, wat de bestrijding, ontmanteling of zelfs maar het bekritiseren van deze religieuze ideeën bijzonder moeilijk (en zelfs levensgevaarlijk) maakt. Een tekeningetje kan je doodsvonnis zijn.
60.000 Fred Teevens
Om één van Holmans recente pennenvruchten, een als vers verpakt pleidooi voor meer Fred Teevens zolang er maar minder islamieten mogen zijn, regende het dreigementen van opzegging richting Parool - niets minder dan kreten om een Berufsverbot - en natuurlijk hagelde de verwijten, verwensingen en valse beschuldigingen neer op de ouwe Holman. Racist, xenofoob, bange oude man, PVVer. Een trieste respons op een columnist die zich kwetsbaar durft op te stellen, juist door met zijn ik-vorm voor zichzelf te spreken in een kwestie waarin hij de (stille) verzuchtingen van velen verwoordt. De eigenzinnige eenling is vogelvrij - en dat weerhoudt andere eenlingen ervan om zich los te maken van de groep. Gelijk de islam, is het Nederlandse gevestigde opinielandschap wars van weerwoord.
Op de drempel van 2016 lijkt de vrijheid van de columnist in Nederland nog slechts zo groot als zijn huid dik is in de bruine moerassen waar de moraalmilities en de meningenpolitie hun patrouilles lopen.